alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk
Lucebert 1974
Velen gingen Mama Cash voor in een analyse van en reactie op het nieuwe beleidskader van Minister Kaag, Investeren in Perspectief. Onze reactie richt zich vooral op de betekenis van de nota voor de rechten van vrouwen en meisjes en gendergelijkheid. Mama Cash onderschrijft de zorgen van anderen over de conflicterende agenda’s van preventie van conflict, instabiliteit en migratie, armoede bestrijding en sociale ongelijkheid, inclusieve groei en klimaatbeheersing, duurzaamheid en het verdienvermogen van Nederland.
Waarden centraal
Met de Sustainable Development Goals (SDGs) als leidraad voor het nieuwe beleid kiest Minister Kaag voor een universele, holistische en waarden gedreven agenda. Een agenda die fundamentele veranderingen vereist binnen Nederland maar ook van Nederland in de wereld. In die agenda staan mens, milieu, welzijn, vrede en solidariteit centraal. Mama Cash zou het fantastisch vinden als ook premier Rutte, die onlangs gepassioneerd opkwam voor de Europese Unie als gemeenschap van waarden, met evenveel verve op zou komen voor deze waardenagenda van de Nederlandse buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, Investeren in Perspectief. Uiteraard geschraagd met het benodigde budget daarvoor, want daar ontbreekt het vooralsnog aan. Weerloze waarden kunnen en verdienen het omgezet te worden in gelijkheid, respect, welzijn en een aangenaam leven voor allen en met elkaar.
Vrouwenrechten en gendergelijkheid als rode draad
De nieuwe beleidsnotitie staat vol met ambitieuze plannen om de gelijke rechten van vrouwen en meisjes te borgen in de oude en nieuwe speerpunten van het beleid. De Minister verbreedt en verdiept de agenda van gendergelijkheid. En terecht! Deze agenda had jarenlang vooral oog voor seksuele en reproductieve rechten en maar mondjesmaat voor economische rechten. Ook gender mainstreaming wordt serieus genomen met aandacht voor vrouwen en onderwijs, landrechten, werkgelegenheid, arbeidsomstandigheden, carrière perspectieven, ondernemerschap, klimaatactie, veiligheid en conflict.
Op het politieke vlak streeft de Minister naar grotere deelname aan besluitvorming en vrouwelijk leiderschap in brede zin. Ze wil meer vrouwen aan tafel, bij conflict preventie, vredesbesprekingen, klimaatacties, en onderhandelingen over internationale handel en investeringen.
Net als onder voorgaande ministers, blijven preventie en uitbanning van geweld tegen vrouwen en meisjes hoog op de agenda staan, met extra aandacht voor seksueel geweld en misbruik tijdens migratie, in conflictsituaties en de hulpketen zelf.
Een verschuiving van een perspectief van vrouwen als slachtoffer naar: van, voor en door vrouwen!
Kortom de notitie leidt tot grote en hoopvolle verwachtingen bij diegenen die SDG 5 en gender mainstreaming binnen alle SDGs een warm hart toe dragen. Aan de gender ambities van Minister Kaag zal het dan ook niet liggen. De uitdaging zal zijn of de voorgenomen gender interventies op het juiste moment in de hulp- en handelsketen worden ingezet. Dus niet als reparatie achteraf voor misstanden en problemen als gevolg van keuzes die slecht uitpakken voor vrouwen. Preventie daarentegen betekent investeren in strategieën en partnerschappen die van meet aan positieve resultaten boeken op het terrein van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Dat vereist gender coherentie in de combinatie handel en hulp, in het aangaan van relaties met partners en in de inzet van Ministeriele middelen en menskracht. Daar liggen kansen, ruimte en mogelijkheden, die de moeite waard zijn om in te zetten voor het borgen van vrouwenrechten en gendergelijkheid in brede zin.
Gender-coherentie in handel en hulp ontbreekt
Het hoofdstuk over het internationale verdienvermogen van Nederland ontbeert een gender analyse en kent geen enkele gender ambities. De kansen en risico’s voor vrouwen van de handel en investeringsportefeuille blijven zo onbenut respectievelijk worden niet onderkend. Meer vrouwen aan tafel lijkt hier opeens niet meer van toepassing. Veel van de genoemde private sector partijen staan niet bekend om hun internationale leiderschap en innovatie met betrekking tot kwesties als het dichten van de genderloonkloof, leefbaar loon, veilige en gezonde arbeidsomstandigheden, en preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen op de werkvloer.
Diezelfde private sector partijen worden in het voorgaande hoofdstuk over duurzame en inclusieve groei, wel geacht in staat te zijn om bij te dragen aan een beter economisch klimaat voor vrouwen. De ervaring met de sector convenanten laat tot nog toe zien dat vrijblijvendheid geen zoden aan de dijk zet. Schendingen van de arbeidsrechten en onveilige arbeidsomstandigheden van vrouwen blijven nog steeds onzichtbaar en onbespreekbaar in het ongelijke speelveld tussen bedrijven en werkneemsters. Investeringen in grote infrastructurele en extractieve projecten gaan ten koste van duurzaam levensonderhoud en zelfs levens van grote groepen vrouwen en mannen, die afhankelijk zijn van natuurlijke hulpbronnen voor hun bestaan. Hier is sprake van incoherentie tussen de handelsbelangen en het internationale verdienvermogen van Nederland en de agenda van de Sustainable Development Goals. De jaarlijkse SDG-rapportage die Nederland opstelt over de uitvoering van de SDGs in Nederland en wereldwijd, laat zien dat ook in Nederland zelf gendergelijkheid op het gebied van arbeid en inkomen een uitdaging blijft.
Op dezelfde dag dat Minister Kaag de nota Investeren in Perspectief presenteerde, stuurde zij de tweede SDG-rapportage naar de Tweede Kamer met een begeleidende brief over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hierin meldt zij het voornemen van het kabinet om nieuwe beleids-, wets- en regelvoorstellen vooraf te toetsen op het behalen van de SDGs, inclusief de effecten op gendergelijkheid en de effecten op ontwikkelingslanden. Als de gender toets ook wordt toegepast in de toets voor ontwikkelingslanden biedt dit nieuwe kansen voor preventieve maatregelen in plaats van gender reparatie achteraf. Een aantal van de strategische partnerschappen met maatschappelijke organisaties heeft inmiddels de nodige ervaring en deskundigheid opgedaan met gender-incoherentie en coherentie van de private sector. Mama Cash is een groot voorstander van meer aandacht voor preventieve gender interventies en keuzes in het beleid voor Nederlandse buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Dit betekent meer vrouwen aan alle tafels en tijdens alle fasen van beleidsvoorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie.
Partner keuzes: sociale bewegingen onderbelicht
De nota meldt met naam en toenaam een groot aantal private sector actoren voor hun bijdrage aan de doelstellingen duurzame en inclusieve groei en het internationale verdienvermogen van Nederland. In vergelijking daarmee komen de partnerschappen met maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen er bekaaid van af. Dit wekt verbazing, omdat de 2017 OESO-DAC Peer Review lovend was over het innovatieve karakter van de strategische partnerschappen tussen het Ministerie en maatschappelijke organisaties onder het beleidskader Samenspraak en Tegenspraak.
Een aantal strategische partnerschappen komt direct voort dan wel werkt nauw samen met initiatieven van burgers en sociale bewegingen in ontwikkelingslanden en wereldwijd. Ze komen op voor volwaardig burgerschap, universele mensen/vrouwen/LHBTI rechten en een plaats aan tafel. Als agenda setter, belangenbehartiger, waakhond, kennis-makelaar en innovator spelen sociale bewegingen en burgerinitiatieven een politieke en transformatieve rol, zoals het stimuleren van veranderingen van houdingen, overtuigingen, gedrag en sociale normen ten aanzien van gendergelijkheid, diversiteit en inclusiviteit.
Denkende aan de belangrijkste veranderingen in het leven van vrouwen gedurende de afgelopen vijftig jaar, wat komt er dan boven drijven? De erkenning van geweld tegen vrouwen als een misdrijf? Meer vrouwen met een betaalde baan of een lening in haar eigen naam? Meer meisjes en vrouwen naar school, met een opleiding en perspectief op zinvol werk? Voor anderen, de kleding of haar stijl naar eigen keuze? Welke sport te kunnen beoefenen? Zoals mijn collega Zohra Moosa, directeur van Mama Cash, zegt: “Van het magnifieke tot het alledaagse, hebben feministische activisten ons leven ten goede veranderd.”
Hun activisme heeft tot grote veranderingen geleid in de sociale, economische en politieke positie van vrouwen, het denken over gender, hoe er tegen geweld aan gekeken wordt, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, wat als werk beschouwd wordt en wat een eerlijke beloning van werk inhoudt. Wetenschappelijk onderzoek over geweld tegen vrouwen vormt hiervoor het bewijs. Een studie, die naar zeventig landen keek gedurende een periode van veertig jaar, heeft aangetoond dat de belangrijkste en consistente factor voor beleidsverandering met betrekking tot geweld tegen vrouwen de aanwezigheid en rol van feministische bewegingen is geweest. De studie toont aan dat feministische bewegingen een grotere en belangrijkere rol spelen dan politieke partijen, aantallen vrouwen in het parlement, of het nationale inkomen van een land.
Drie van de huidige vijfentwintig strategische partnerschappen richten zich voor honderd procent op SDG 5 dan wel het versterken van vrouwenrechten en gendergelijkheid binnen andere SDGs. Deze partnerschappen werken direct samen met de sociale bewegingen van vrouwen en meisjes. Mama Cash is penvoerder van het Count Me In! Consortium dat ook samenwerkt met de bewegingen van trans en intersekse mensen. Het partnerschap Global Alliance for Green and Gender Action, is uniek met als enige een penvoerder gevestigd in het Zuiden (het Centraal Amerikaanse Vrouwen Fonds) en is gericht op kruisbestuiving tussen de vrouwen- en milieubeweging. De Girls Advocacy Alliance met penvoerder PLAN Nederland komt op voor de rechten van meisjes en jonge vrouwen. Leading from the South (LfS) is een andere innovatieve financiering onder Samenspraak en Tegenspraak. Het biedt directe steun aan Zuidelijke vrouwenorganisaties met financiële beslissing bevoegdheid bij feministische vrouwenfondsen in het Zuiden. Met deze modaliteiten voor financiering en de al wat langer bestaande fondsen Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW) en het Nationale Actie Plan voor de uitvoering van resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad over ‘Vrouwen, Vrede en Veiligheid’, beschikt de Minister over innovatieve modaliteiten die direct ten goede komen aan de voorvechters van de agenda van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Continuering en intensivering is het advies.
Menskracht en middelen: boter bij de vis!
Misschien wel de grootste uitdaging en zorg betreft de uitvoering en financiële capaciteit van het Ministerie voor de nieuwe beleidsagenda. Met de drastische bezuinigingen onder kabinet Rutte II is er flink gesneden in het budget voor ontwikkelingssamenwerking en het eigen apparaat. Van een structurele reparatie is nog geen sprake. De additionele middelen worden vooral ingezet voor opvang van vluchtelingen en noodhulp, met een extra investering in een nieuw klimaatfonds. Met betrekking tot de nieuwe financieringsmodaliteiten, zoals het nationale klimaatfonds, Trade & Innovate NL en Invest NL, rept de nota met geen woord over hoe deze ingezet worden voor de rode draad van vrouwenrechten en gendergelijkheid. De ambities ten aanzien van gender mainstreaming binnen de oude en nieuwe speerpunten van het beleid vereisen thema/sector specifieke gender kennis en capaciteit om tijdig bij te sturen, te interveniëren en aan tafel te zitten daar waar beslissingen worden genomen. De huidige capaciteit van de Task Force Vrouwenrechten en Gender Gelijkheid is onvoldoende en daar niet toe in staat. Dat geldt ook voor veel van de ambassades en al helemaal voor de ambassades die niet langer de agenda van ontwikkelingssamenwerking bedienen maar wel die van buitenlandse handel. Investeren in eigen gender-capaciteit van het Ministerie en die van strategische partnerschappen, met partners die hierin over bewezen leiderschap beschikken, is het advies. Ons advies: maak de bijdrage aan het borgen van de rechten van vrouwen en gender gelijkheid, een doorslaggevend beoordelings-criterium van alle financiering en diplomatieke interventies van de Nederlandse buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking.
Ireen Dubel, Advocacy Advisor Count Me In!/Mama Cash